A.G. Oldenmenger, 6 november 2003
BeschrijvingAlgemeen:Dit neo-renaissance pand op de hoek van de Oranje Nassaulaan en de Colveniersstraat is voorzien van Art Nouveau decoratie. Het hoekpand is een onderdeel van een gesloten gevelrij die in de Colveniersstraat doorgaat. Het pand omvat drie niveau’s: begane grond, eerste verdieping en een zolder onder een plat dak voorzien van met kruispannen gedekte schilden. Het vierhoekige grondplan is aan de kant van de kruising afgeschuind. Gevelstenen in de linkerzijgevel en in de top van de voorgevel vermelden 1903 als het bouwjaar van het pand.Voorgevel:De voorgevel is met machinale, rode bakstenen in kruisverband gemetseld. Het oorspronkelijke voegwerk, een combinatie van platvol gevoegde lintvoegen en geknipte stootvoegen, is nog aanwezig. In de gevel zijn met zandsteen (of kunststeen) enkele speklagen aangebracht. De begane grond en eerste-verdiepingsniveaus worden visueel van elkaar gescheiden door twee lijsten van hardsteen met daarin een gecementeerd paneel binnen een oranje bakstenen omlijsting. Beide niveau’s zijn voorzien van een aantal gevelopeningen. Deze openingen hebben een ontlastingsconstructie met segmentbogen met aanzetstenen en een sluitsteen. De bogen zijn aan de bovenzijde sterker getoogd dan aan de onderzijde waardoor een soort Florentijnse boog is ontstaan. De gevel is voorzien van een hardstenen plint met blokmotief. Ter rechterzijde bevindt zich de voordeur met drieruits bovenlicht die een aantal decimeters binnen het gevelvlak is gesitueerd. Het deurkozijn is licht getoogd en voorzien van een geprofileerd kalf. Het geheel is op hardstenen neuten en een hardstenen optrede geplaatst. De nog oorspronkelijke voordeur is voorzien van siersmeedwerk voor de twee ramen. Rechts van de deur is de fraai gedecoreerde brievenbus gesitueerd. De beide vensters ter linkerzijde van de deur zijn, vermoedelijk in de jaren dertig, vernieuwd. De licht getoogde kozijnen zijn voorzien van een vierruits glas-in-lood bovenlicht en groot onderraam.Het eerste verdiepingsniveau heeft drie vensteropeningen met hardstenen onderdorpels. De beide vensters ter rechterzijde zijn gelijk aan elkaar. De licht getoogde kozijnen bevatten een drieruits bovenlicht en schuivend onderraam. Het kalf ligt in lijn met één van de zandstenen speklagen. Het venster ter linkerzijde is breder en heeft hetzelfde formaat als het venster op de begane grond. Het licht getoogde kozijn heeft een driedeling. In het midden bevindt zich een schuivende onderraam met tweeruits bovenlicht, aan weerszijden een smaller raam met enkel bovenlicht. De vensters zijn oorspronkelijk. Waarschijnlijk bevonden zich oorspronkelijk identieke vensters op het begane-grondniveau. | 1 |
De gevel kent aan de bovenzijde twee afsluitingen. Ter rechterzijde, boven de twee identieke vensters, bevindt zich een getrapte tuitgevel. Deze geveltop is afgedekt met verweerde stenen platen. Het zolderniveau heeft een vensteropening onder segmentboog. Het venster heeft een dubbel halfrond bovenlicht en tweeledig onderraam. Aan weerszijden van dit venster is een stenen blok ingemetseld met daarop “ANNO” en “1903”. De geveltop is geaccentueerd met gemetselde pilasters en bekronende siermotieven. Ter linkerzijde is de gevel afgesloten met een kroonlijst bestaande uit een geprofileerde bakgoot op geornamenteerde consoles. De ruimte tussen deze consoles is gevuld met siermetselwerk. Onder de consoles en het siermetselwerk bevindt zich een waterlijst. Het dakschild is voorzien van een kleine, rijk geprofileerde, houten dakkapel onder plat dak. De wangen zijn bedekt met leien; het platte dak is mogelijk een vernieuwing. De decoratie van de voorgevel is op de overhoekse gevel voortgezet. Het kozijn op begane grondniveau is oorspronkelijk en voorzien van een drieruits, glas-in-lood bovenlicht en twee draaiende onderramen. Voor de onderramen is een siersmeedijzeren hekwerk uit waarschijnlijk 1930 geplaatst. Het Art Nouveau balkon boven dit venster is voorzien van rijk gedecoreerde consoles. Het sierlijke en nog oorspronkelijke balkonhek is van smeedijzer. De decoratie van de voorgevel is ook over het eersteverdiepingsniveau van de overhoekse gevel doorgezet. De openslaande balkondeuren zijn voorzien van een driedelig, licht getoogd bovenlicht. De gevel wordt afgesloten met een aantal kantelen tussen pilasters. In de top is een kanonskogel ingemetseld. Linkerzijgevel:De decoratie van de linkerzijgevel komt overeen met de voorgevel. Op begane grondniveau is in het midden een gevelsteen zichtbaar met daarop de tekst: “Eerste steen gelegd door Johanna Bergmeyer v.d.v. (onleesbaar)31 januari 1903”. De gevel heeft twee vensterassen. De oorspronkelijk kozijnen op zowel begane grond- als eerste-verdiepingsniveau, hebben een licht getoogd en vallend bovenlicht. De onderramen zijn vernieuwd. Tussen de beide vensters op eerste-verdiepingsniveau is een deels uitgemetseld rookkanaal gesitueerd. De gevel is afgesloten met een kroonlijst. Deze is opgebouwd uit | 2 |
een zandstenen waterlijst met daarboven geornamenteerde consoles en een geprofileerde bakgoot. Het muurwerk tussen de consoles is voorzien van siermetselwerk. Het dakschild is voorzien van een dakkapel die nagenoeg identiek is aan de dakkapel in het schild van de voorgevel. Het enige verschil is het vernieuwde venster.Rechterzijgevel:De rechterzijgevel is een inpandige, woning scheidende muur.Achtergevel:De achtergevel is vanaf de openbare weg niet zichtbaar.Interieur:Het interieur maakt geen deel uit van dit onderzoek.Redengevende omschrijvingHet pand heeft monumentale waarde vanwege de gevels, de bouwstijl, de bouwmassa, de situering en als ensemble met de buurpanden. Het pand heeft historische waarde en is representatief voor het bouwen in het begin van de twintigste eeuw. | 3 |
1908 | J.G. Bergmeijer (mr steenhouwer en koopman) |
1910 | J.G. Bergmeijer (steenhouwerij) |
1928 | S. Diamant |
1936 | S. Diamant |